
Jurisprudentie
AN7829
Datum uitspraak2003-11-07
Datum gepubliceerd2003-11-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/753113-03
Statusgepubliceerd
Datum gepubliceerd2003-11-10
RechtsgebiedStraf
Soort ProcedureEerste aanleg - meervoudig
Instantie naamRechtbank 's-Gravenhage
Zaaknummers09/753113-03
Statusgepubliceerd
Indicatie
(...) Verdachte heeft zijn echtgenote met opzet om het leven gebracht.
Hij was met zijn echtgenote, hun zoontje, de vriend van zijn echtgenote en een kennis naar een park in Leiden gegaan. In het park richtte hij een pistool op de vriend van zijn echtgenote, waarop zijn echtgenote tussen hen in is gaan staan. Verdachte heeft vervolgens meermalen op zijn echtgenote geschoten. Korte tijd later is zijn echtgenote aan haar schotverwondingen overleden. (...)
Uitspraak
RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
SECTOR STRAFRECHT
MEERVOUDIGE KAMER
(VERKORT VONNIS)
parketnummer 09/753113-03
rolnummer 0008
's-Gravenhage, 7 november 2003
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Georgië),
voorheen genaamd:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] of [geboortedatum] te [geboorteplaats], [geboorteplaats] of [geboorteplaats] (Turkije),
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de P.I. Haaglanden, Penitentiair Complex Scheveningen,
Huis van Bewaring, Unit 2, te 's-Gravenhage.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 24 oktober 2003.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. E.J.W. Schuijlenburg, is verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr S.M. van der Kallen heeft gevorderd dat verdachte terzake van het hem bij dagvaarding onder 1 primair - als moord -, 2 primair - als poging tot moord - en 3 primair telastgelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht.
De officier van justitie heeft voorts gevorderd dat de blijkens de Lijst van inbeslaggenomen, niet teruggegeven voorwerpen - hierna te noemen Beslaglijst, waarvan een fotokopie, gemerkt C, aan dit vonnis is gehecht - onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen genummerd
4, 35 tot en met 40 zullen worden onttrokken aan het verkeer, dat de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 30 tot en met 34 zullen worden teruggegeven aan [betrokkene] en dat de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 tot en met 3, 5 tot en met 15 zullen worden teruggegeven aan verdachte.
De telastlegging.
Aan verdachte is telastgelegd hetgeen is vermeld in de ingevoegde fotokopie van de dagvaarding, gemerkt A.
Vrijspraak.
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte bij dagvaarding onder 1 primair -als moord- , 2 primair -als poging tot moord- , 3 primair en subsidiair is telastgelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen.
P.M.
De bewezenverklaring.
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen -elk daarvan, ook in zijn onderdelen, gebruikt voor het bewijs van datgene waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft- staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast en is de rechtbank op grond daarvan tot de overtuiging gekomen en acht zij wettig bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 primair - als doodslag -, 2 primair - als poging tot doodslag - en 3 meer subsidiair vermelde feiten heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht -en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de telastlegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad- de inhoud van de telastlegging, zoals deze is vermeld in de fotokopie daarvan, gemerkt B.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte.
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat het na te melden misdrijven oplevert.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering.
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden, waaronder zij zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende overwogen.
Verdachte heeft zijn echtgenote met opzet om het leven gebracht.
Hij was met zijn echtgenote, hun zoontje, de vriend van zijn echtgenote en een kennis naar een park in Leiden gegaan. In het park richtte hij een pistool op de vriend van zijn echtgenote, waarop zijn echtgenote tussen hen in is gaan staan. Verdachte heeft vervolgens meermalen op zijn echtgenote geschoten. Korte tijd later is zijn echtgenote aan haar schotverwondingen overleden.
Voorts heeft verdachte geprobeerd de vriend van zijn echtgenote om het leven te brengen door de man te achtervolgen en tijdens die achtervolging meermalen met zijn pistool op hem te schieten. Ten slotte heeft verdachte het pistool gericht op zijn kennis, waardoor hij zich eveneens heeft schuldig gemaakt aan bedreiging.
Door het plegen van eerstgenoemd misdrijf is onherstelbaar leed aangedaan aan het zoontje van verdachte, wiens moeder het leven is ontnomen in zijn bijzijn, als ook aan de vriend en familie van zijn echtgenote. Tevens is door dit misdrijf de rechtsorde ernstig geschokt.
Voor de vriend van zijn echtgenote moet de hele gebeurtenis een traumatische ervaring zijn geweest, nu hij zelf ternauwernood aan de dood is ontsnapt, en zal hij daarvan nog geruime tijd psychische schade ondervinden.
De rechtbank is van oordeel dat deze feiten verdachte zeer zwaar moeten worden aangerekend, temeer omdat de feiten plaatsvonden in de nabijheid van een kinderspeeltuin en in het bijzijn van veel omstanders, bij wie grote schrik en paniek is teweeggebracht en waarvan een aantal, getuige hun verklaringen, in doodsangst heeft verkeerd. Het is bepaald niet aan de handelwijze van verdachte te danken dat verdere fatale gevolgen zijn uitgebleven. Feiten als onderhavige veroorzaken bovendien grote maatschappelijke onrust.
De rechtbank heeft kennis genomen van het rapport van het Pieter Baan Centrum d.d. 20 oktober 2003 betreffende de persoonlijkheid van verdachte, welk rapport door psychiater J. Loerakker en psycholoog F.A.M.M. Koenraadt is uitgebracht. De deskundigen concluderen dat verdachte een persoonlijkheid heeft, die weliswaar gekenmerkt wordt door antisociale, borderline, narcistische en theatrale trekken, maar niet zodanig dat gesproken kan worden van een persoonlijkheidsstoornis. Ten tijde van de telastgelegde feiten hebben genoemde persoonlijkheidskenmerken geen rol van betekenis gespeeld, zodat verdachte volledig toerekeningsvatbaar moet worden geacht. De rechtbank neemt deze conclusie van de deskundigen over en maakt die tot de hare.
Op grond van het voorgaande acht de rechtbank een gevangenisstraf van na te melden duur op zijn plaats.
Inbeslaggenomen voorwerpen.
De rechtbank zal de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 4, 35 tot en met 40, te weten een pistool, een patroonhouder, hulzen en munitie, onttrekken aan het verkeer, zijnde deze voorwerpen voor onttrekking aan het verkeer vatbaar, aangezien met behulp van deze voorwerpen de onder 1 primair, 2 primair en 3 meer subsidiair bewezenverklaarde feiten zijn begaan en deze voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De rechtbank zal de teruggave aan [betrokkene] gelasten van de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 30 tot en met 34, te weten een dicteerapparaat, een geluidsband, twee brieven en een enveloppe.
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de blijkens de Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen genummerd 1 tot en met 3, 5 tot en met 15, te weten een pet, een rugtas, een jas, een enveloppe, diverse kledingstukken, ondergoed en een muts.
De toepasselijke wetsartikelen.
De artikelen:
- 36b, 36c, 45, 57, 285 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing.
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem bij dagvaarding onder 1 primair -als moord-, 2 primair -als poging tot moord-, 3 primair en subsidiair telastgelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
verklaart in voege als overwogen wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte de bij dagvaarding onder 1 primair - als doodslag -, 2 primair - als poging tot doodslag - en 3 meer subsidiair telastgelegde feiten heeft begaan en dat het bewezene uitmaakt:
1 primair: doodslag;
2 primair: poging tot doodslag;
3 meer subsidiair: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
verklaart het bewezene en verdachte deswege strafbaar;
veroordeelt verdachte te dier zake tot:
- gevangenisstraf voor de duur van 13 JAREN;
bepaalt, dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
in verzekering gesteld op: 25 maart 2003;
in voorlopige hechtenis gesteld op: 28 maart 2003;
verklaart onttrokken aan het verkeer de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 4, 35 tot en met 40, te weten:
- 1 pistool, kl: zwart, ASTRA 7.65;
- 1 patroonhouder, kl: grijs, 7.65 mm;
- 7 hulzen, kl: geel, 7.65 mm;
- 3 patronen, 7.65 mm;
- 1 kogel, kl: grijs, 7.65 mm;
- 1 kogel, kl: grijs, 7.65 mm;
- 3 kogels, kl: grijs;
gelast de teruggave aan [betrokkene], wonende [adres], van de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 30 tot en met 34, te weten:
- 1 dicteerapparaat, kl: zilver, PREMIER, opname: bedreigingen;
- 1 geluidsband, waarop gesprek van dictafoon;
- 1 brief, kl: meerkl., betreft VD achtergrond slt afk. bij [betrokkene];
- 1 brief, kl: wit, in het Georgisch, vertaling tekst met bedreiging;
- 1 enveloppe, kl: wit, POLITIE, inhoud: E-mails > [betrokkene 2];
gelast de teruggave aan verdachte van de blijkens de aan dit vonnis gehechte Beslaglijst inbeslaggenomen voorwerpen, genummerd 1 tot en met 3, 5 tot en met 15, te weten:
- 1 pet, kl: zwart;
- 1 rugtas, kl: paars;
- 1 jas, kl: zwart;
- 1 enveloppe, kl: wit, TRADER opschrift "Via Via";
- 1 spijkerbroek, kl: zwart;
- 1 overhemd, kl: meerkl.;
- 1 paar schoenen, kl: zwart;
- 1 colbert, kl: meerkl.;
- 1 hemd, kl: blauw;
- 1 stuk ondergoed, kl: meerkl., slip;
- 1 stuk ondergoed, kl: blauw, lange onderbroek;
- 1 shirt, kl: zwart;
- 1 paar sokken, kl: grijs;
- 1 muts, kl: blauw;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte bij dagvaarding meer of anders is telastgelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door
mrs P. Poustochkine, voorzitter,
A.H. Bergman en H. Segers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr M. Gest, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 7 november 2003.